Box 3 gaat over het inkomen dat volgt uit sparen en beleggen. Dit inkomen wordt bepaald volgens een forfaitair systeem. Forfaitair houdt in dat een veronderstelde situatie de basis voor belastingheffing vormt. Het is een fiscale vuistregel zodat eenvoudig de hoogte van de belasting bepaald kan worden. Maar hoe werkt de vermogensrendementsheffing precies?
Een voorbeeld:
Stel je hebt 100.000 euro op de bank, en verder geen schulden, dan is je vermogen 100.000 euro. Daar gaat de vrijstelling vanaf, dat is in 2024 57.000 euro. Dan hou je dus 43.000 euro over.
Daar wordt dan de vuistregel op losgelaten. De fiscus stelt dat het fictief rendement op spaargeld 1,44 % is. Dat is 615 euro (1,44% * 43.000 euro). Deze 615 euro wordt opgeteld bij je inkomsten. En daar betaal je dan inkomstenbelasting over, dat is 36%. Dat betekent dat je over de 100.000 euro spaargeld 221 euro vermogensrendementsheffing betaalt.
Let wel: dit is een algemeen, vereenvoudigd voorbeeld. Er zijn veel belastingregels, maar als je ze allemaal meeneemt, wordt het een hele lange nieuwsbrief, vandaar een vereenvoudigde opzet.
Verschillende tarieven box 3
Er zijn verschillende tarieven in box 3. 1,44% is het percentage dat wordt gehanteerd voor spaargeld . Als je geld uitleent, als je vastgoed hebt, of als je beleggingen hebt, wordt een tarief van 6,04% gehanteerd. Dat is substantieel hoger. Het idee daarachter is dat je namelijk meer vergoeding ontvangt dan van de bank. De fictieve rendementspercentages worden jaarlijks bijgesteld, afhankelijk van wat er in de markt gebeurt.
Werkelijk rendement veel lager?
Maar hier is dus bezwaar tegen aangetekend, want, zeiden sommigen van ons, ons rendement is geen 6,04% maar veel lager. Dus is er een verzoek ingediend om het werkelijke rendement te belasten. De rechtbank heeft dit gevolgd, dus vanaf nu kan je het werkelijk rendement opgeven. Ook nog voor voorliggende jaren.
Wat betekent dit?
Je kan zelf globaal berekenen wat je werkelijke rendement was in een bepaald jaar. Dan moet je rekening houden met twee soorten rendement, direct en indirect. Direct rendement is rente, huuropbrengsten en dividend op beleggingen. Uitgangspunt is het kasstelsel. Dat houdt in dat rendement belast is in het kalenderjaar waarin je de rente ontvangt. Dus rente over 2023 die op 2 januari 2024 wordt ontvangen, is in 2024 belast. Indirect rendement is de vermogensaanwas. Bepaalde vermogensbestanddelen zoals aandelen en een tweede huis, stijgen in waarde. Dat is het indirecte rendement.
Praktisch.
Als je aan de slag gaat, moet je met de volgende zaken rekening houden:
- De waardestijgingen of dalingen zijn natuurlijk zonder eventuele stortingen (als je aandelen koopt) of onttrekkingen. Dit geldt dus voor beleggingen en crypto’s, en ook voor aankoop en verkoop van vastgoed. Je hebt dus een goed overzicht nodig van alle transacties.
- Gemaakte kosten zijn niet aftrekbaar.
Lang niet altijd voordeliger
Als je de rechtszaak volgt, lijkt het alsof het forfait, de vuistregel van de Belastingdienst, altijd nadelig is. In werkelijkheid is dat niet zo. Per jaar bepaalt het totale rendement over je hele vermogen of je recht hebt op rechtsherstel. Een slecht beursjaar kan bijvoorbeeld gecompenseerd worden door een positieve waardeontwikkeling van je vakantiehuis. Onze verwachting is dat vooral mensen met alleen spaargeld en mensen met beleggingen die in een bepaald jaar verlies hebben geleden, geld terug zullen krijgen. 2022 was bijvoorbeeld een slecht beursjaar, maar in individuele gevallen kan dat ook in andere jaren spelen natuurlijk. Of het in jouw situatie zinvol is om tegenbewijs te leveren, is dus maatwerk.
Wat nu?
Zelf starten met rekenen is altijd goed. Maar wil je dat wij dit voor je berekenen? Dan kun je daarvoor opdracht geven. Wij maken dan een zorgvuldige afweging op basis van je vermogenssamenstelling en de relevante jaren.
Vragen?
Heb je vragen, wil je sparren, heb je een administratie die aandacht nodig heeft? Van harte welkom!
Disclaimer: aan deze artikelen kunnen geen rechten ontleend worden.
Lees hier over de financiële cyclus
Als nieuwsbrief verstuurd op 11 november 2025
