Voorbeeld:
Ieder bestuur wil een spaarpotje. De vraag is alleen: hoe groot moet de spaarpot zijn?
Als je aan de speeltuin denkt, kun je stellen dat je alle toestellen in één keer wilt kunnen vervangen. Dan heb je een hele grote spaarpot nodig en is er weinig ruimte voor andere zaken.
Je kunt ook als ambitie hebben dat je 10% van de toestellen in één keer kunt vervangen. Dan hou je ruimte om goed onderhoud te doen aan de toestellen, er is budget om jaarlijks geld te reserveren voor vervanging en vernieuwing. Daarnaast is er dan geld om andere dingen te doen voor de club.
Dit soort afspraken zijn onderdeel van het financiële beleid. Het onderbouwen en samen vaststellen van de overwegingen die aan beslissingen ten grondslag liggen, maakt dat je er makkelijker op terug kunt grijpen. In dit voorbeeld is de overweging: alles in een keer, of 10% per keer.
Onuitgesproken afspraken
Ieder mens doet voortdurend aan financieel beleid. We sparen voor een vakantie, we leggen geld opzij voor een nieuwe bank, eigen-huis-bezitters reserveren geld voor groot onderhoud. Maar je maakt veel meer keuzes die ook onder financieel beleid vallen.
Betaal je je rekeningen direct, één keer per maand of wacht je tot de uiterste betaaldatum? Ben je iemand die spaart via de zorgverzekeringsmaatschappij of kies je voor maximaal eigen risico? Lease je of rij je in een oude bak?
Al deze onuitgesproken afspraken met jezelf zijn onderdeel van je financiële beleid.
Bij een stichting of vereniging is dit precies hetzelfde. Doch je bent samen de andere bestuursleden verantwoordelijk, dus je beslist samen. Daarnaast gaat er meer geld om, en er spelen meer verschillende kwesties.
Er is een veelheid aan zaken waaraan je moet denken: wat is belangrijk voor de korte termijn, wat speelt er op de middellange termijn, en wat op de lange termijn; hoe zit het met de inkomsten, komen er wijzigingen bij de subsidies, is de entreeprijs hoog genoeg? Daarnaast zijn er altijd maatschappelijke kwesties waar je als stichting wat mee moet, dat kan een andere politieke wind in de stad zijn, of bijvoorbeeld een nieuwe CAO. Dat maakt het geheel uitdagend.
Voorbeeld:
Er is een speeltuin die een beroepskracht in dienst heeft. In deze stichting gaat ruim 70.000 euro om, te weten het salaris van de speeltuinmedewerker, de huur, het onderhoud en overige. Als je in het bestuur van deze stichting zit, ben je ook werkgever. Nu wordt de CAO aangepast en gaat het salaris van de werknemer in een paar jaar tijd 11% omhoog. Hier moet je wat mee.
Samen besturen & samen financien - leuk?
Deze zaken, te weten de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het geld, de grotere bedragen die er omgaan, het feit dat je vaak geld van de gemeenschap krijgt, denk aan subsidiegeld of een bijdragen van fondsen, zijn een goede reden dat je als bestuur voldoende aandacht besteedt aan financiën en je je er extra in verdiept, ook al is het niet je hoofdportefeuille.
Samen besturen wordt leuker als je samen nadenkt over het financieel beleid.
Over deze tekst
Dit is een bewerking van een deel van het boek: 'Financien voor bestuursleden.' Dat is in 2009 uitgekomen, maar de inhoud is nog steeds actueel. Komende maanden herschrijf ik het. Als je aanvullingen of suggesties hebt, dan ben je van harte welkom.
Wat zijn we aan het doen?
De keuze voor de foto's is gemaakt, binnenkort verschijnen ze op de site, in de volgende nieuwsbrief krijgen jullie onze groepsfoto.
Vragen?
Heb je vragen, wil je sparren, heb je een administratie die aandacht nodig heeft? Van harte welkom!
